Muziek uitschrijven: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
(→stap 1) |
||
Regel 13: | Regel 13: | ||
Probeer vervolgens de [[toonsoort]] te achterhalen. Meestal lukt dat behoorlijk goed door naar het einde van het muziekstuk te luisteren, meestal zal de laatste noot ook de grondtoon zijn. Dan moet je nog achterhalen of we te maken hebben met een majeur (vrolijk) of een mineur (droevig) toonsoort. | Probeer vervolgens de [[toonsoort]] te achterhalen. Meestal lukt dat behoorlijk goed door naar het einde van het muziekstuk te luisteren, meestal zal de laatste noot ook de grondtoon zijn. Dan moet je nog achterhalen of we te maken hebben met een majeur (vrolijk) of een mineur (droevig) toonsoort. | ||
Naast de toonsoort heb je ook de [[maatsoort|maatsoort]] nodig. Verreweg de meeste populaire muziek gebruikt eenvoudige maatsoorten als 2/4, 4/4, 3/4 of 6/8. Eerst moet je boven water hebben of het een tweedelige of juist een driedelige maat is. Als je de neiging krijgt om mee te wiegen zal het meestal een driedelige maatsoort betreffen 3/4 of 3/8. Even meetellen (''een''-twee-drie, ''een''-twee-drie) geeft wel uitsluitsel. | Naast de toonsoort heb je ook de [[maatsoort|maatsoort]] nodig. Verreweg de meeste populaire muziek gebruikt eenvoudige maatsoorten als 2/4, 4/4, 3/4 of 6/8. Eerst moet je boven water hebben of het een tweedelige of juist een driedelige maat is. Als je de neiging krijgt om mee te wiegen zal het meestal een driedelige maatsoort betreffen 3/4 of 3/8. Even meetellen (''een''-twee-drie, ''een''-twee-drie) geeft wel uitsluitsel. Of je vervolgens uitschrijft als 3/4, 3/8 of 3/2 is niet zo heel belangrijk je kunt dat achteraf wel weer veranderen. Vaak zul je een heel langzame driedelige maat ook 'langzaam' noteren met 3/2 terwijl een heel hoog tempo vaker als 3/8 opgeschreven wordt. Het notenbeeld wordt wel anders. | ||
Het onderscheid tussen 2/4 of 4/4 is niet altijd even duidelijk, maar maakt voor het uitschrijven niet zo heel veel uit. In geval van twijfel gebruik je de kortste maatsoort, maatsoort achteraf wijzigen van 2/4 naar 4/4 geeft meestal wat minder aanleiding tot problemen dan andersom. | Het onderscheid tussen 2/4 of 4/4 is niet altijd even duidelijk, maar maakt voor het uitschrijven niet zo heel veel uit. In geval van twijfel gebruik je de kortste maatsoort, maatsoort achteraf wijzigen van 2/4 naar 4/4 geeft meestal wat minder aanleiding tot problemen dan andersom. |
Versie van 1 apr 2013 11:18
Uitschrijven van bestaande muziek is een klus waarmee de computer je zeer van dienst kan zijn.
Wat heb je nodig om het klusje te klaren ?
- een muzieknotatieprogramma zoals MusiCAD;
- een audiobewerkprogramma zoals Audacity;
- de uit te schrijven muziek als audio bestand op de computer;
- je oren ;-)
- je eigen instrument of (liever nog) een MIDI klaviertje zodat je even wat kunt uitproberen.
- tijd - afhankelijk van je ervaring met uitschrijven, met de complexiteit van de uit te schrijven muziek en je handigheid met de programmatuur kan het uitwerken tot bruikbare partijen wel wat tijd kosten.
stap 1
Open je muziek in Audacity. Audacity kan de meeste audioformaten (mp3, wma, wav) probleemloos inlezen. Probeer vervolgens de toonsoort te achterhalen. Meestal lukt dat behoorlijk goed door naar het einde van het muziekstuk te luisteren, meestal zal de laatste noot ook de grondtoon zijn. Dan moet je nog achterhalen of we te maken hebben met een majeur (vrolijk) of een mineur (droevig) toonsoort.
Naast de toonsoort heb je ook de maatsoort nodig. Verreweg de meeste populaire muziek gebruikt eenvoudige maatsoorten als 2/4, 4/4, 3/4 of 6/8. Eerst moet je boven water hebben of het een tweedelige of juist een driedelige maat is. Als je de neiging krijgt om mee te wiegen zal het meestal een driedelige maatsoort betreffen 3/4 of 3/8. Even meetellen (een-twee-drie, een-twee-drie) geeft wel uitsluitsel. Of je vervolgens uitschrijft als 3/4, 3/8 of 3/2 is niet zo heel belangrijk je kunt dat achteraf wel weer veranderen. Vaak zul je een heel langzame driedelige maat ook 'langzaam' noteren met 3/2 terwijl een heel hoog tempo vaker als 3/8 opgeschreven wordt. Het notenbeeld wordt wel anders.
Het onderscheid tussen 2/4 of 4/4 is niet altijd even duidelijk, maar maakt voor het uitschrijven niet zo heel veel uit. In geval van twijfel gebruik je de kortste maatsoort, maatsoort achteraf wijzigen van 2/4 naar 4/4 geeft meestal wat minder aanleiding tot problemen dan andersom.