Dwarsfluit: verschil tussen versies

Uit Muzieknotatie
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Een moderne '''dwarsfluit''' heeft een bereik van C4 tot en met C7, dus meer dan 3 octaven. Soms is een lage B3 uitbreiding beschikbaar. Met de nodige mo...')
 
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 2: Regel 2:
Soms is een lage B3 uitbreiding beschikbaar. Met de nodige moeite kan tot een D#7 of zelfs een F#7 in het vierde octaaf gespeeld worden.  
Soms is een lage B3 uitbreiding beschikbaar. Met de nodige moeite kan tot een D#7 of zelfs een F#7 in het vierde octaaf gespeeld worden.  


In de verschillende registers zijn de mogelijkheden voor een [[arrangeren|arrangement]] niet gelijk.
In de verschillende registers zijn de mogelijkheden voor een [[arrangeren|arrangement]] verschillend:
 
* het laagste register (C4 - C5) klinkt wat zacht en omfloerst, de grepen zijn bijzonder eenvoudig met mogelijkheid tot zeer snelle passages. Moderne fluiten hebben vaak de mogelijkheid om een B3 te kunnen spelen.
* Het laagste register klinkt wat omfloerst de grepen zijn bijzonder eenvoudig met mogelijkheid tot zeer snelle passages.  
* het tweede register (C5 - C6) (overblazen) klinkt helderder met (nagenoeg) dezelfde grepen met mogelijkheid tot zeer snelle passages; veel dynamiek mogelijk.
* Het tweede register (overblazen) klinkt helderder met (nagenoeg) dezelfde grepen met mogelijkheid tot zeer snelle passages.  
* het derde register (C6 - C7) (twee maal overblazen) klinkt hard en schel waarbij vorkgrepen nodig zijn. Dientengevolge is het moeilijker om snelle passages te spelen.
* Het derde register (twee maal overblazen) klinkt hard en schel waarbij vorkgrepen nodig zijn. Dientengevolge is het moeilijker om snelle passages te spelen.  
* het hoogste register (C7 - F#7) is moeilijk te spelen, luid en schril; vorkgrepen zijn nodig.


==zie ook==
==zie ook==
* [[wp:dwarsfluit|wikipedia]]
* [[wp:dwarsfluit|wikipedia]]

Huidige versie van 12 apr 2013 om 23:56

Een moderne dwarsfluit heeft een bereik van C4 tot en met C7, dus meer dan 3 octaven. Soms is een lage B3 uitbreiding beschikbaar. Met de nodige moeite kan tot een D#7 of zelfs een F#7 in het vierde octaaf gespeeld worden.

In de verschillende registers zijn de mogelijkheden voor een arrangement verschillend:

  • het laagste register (C4 - C5) klinkt wat zacht en omfloerst, de grepen zijn bijzonder eenvoudig met mogelijkheid tot zeer snelle passages. Moderne fluiten hebben vaak de mogelijkheid om een B3 te kunnen spelen.
  • het tweede register (C5 - C6) (overblazen) klinkt helderder met (nagenoeg) dezelfde grepen met mogelijkheid tot zeer snelle passages; veel dynamiek mogelijk.
  • het derde register (C6 - C7) (twee maal overblazen) klinkt hard en schel waarbij vorkgrepen nodig zijn. Dientengevolge is het moeilijker om snelle passages te spelen.
  • het hoogste register (C7 - F#7) is moeilijk te spelen, luid en schril; vorkgrepen zijn nodig.

zie ook