Hoofdpagina

Uit Muzieknotatie
Versie door Musys (overleg | bijdragen) op 28 mrt 2008 om 14:19
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Met noteren van muziek probeer je zo goed mogelijk vast te leggen wat er wanneer en hoe door welke bespeler gespeeld dient te worden. In de loop der eeuwen zijn hier een aantal conventies over ontstaan waar de meeste genoteerde muziek zich in grote lijnen aan houdt. In notatieprogramma's zoals MusiCAD zijn de meeste van dit soort regels ingebouwd zodat je als muzieknoteerder je alleen nog maar bezig hoeft te houden met de noten; het leeuwendeel van de notatieregels neemt het programma voor zijn rekening.

Afhankelijk van het soort instrument (of zangstem) wordt muziek op één of meer notenbalken weergegeven, met daarop de noten in tijd (van links naar rechts) en toonhoogte (van laag naar hoog) weergeven met bolletjes die de duur van een noot weergeven. Ook als er even niets gespeeld moet worden moet dat met een rustteken zichtbaar gemaakt worden. Op de notenbalk geeft iedere plaats op een lijn of tussen twee lijnen in, een afzonderlijke toonhoogte weer.

Notenbalk-met-g-sleutel1.jpg

Vooraan iedere balk staat een zogeheten sleutel die aangeeft op welke plaats een referentienoot staat. De meest gebruikelijke sleutel (de G-sleutel, of vioolsleutel) geeft met zijn krul de plaats van de noot g aan. In het plaatje is de lijn voor de noot g rood gekleurd. Van onder naar boven hebben de noten E G B d en f een eigen lijn. Tussen de lijnen staan F A c en e.

Na de sleutel volgt (waar nodig) een aantal tekens om de toonsoort aan te geven, voortekens in de vorm van kruisen en of mollen. De juiste plaatsing van kruisen en mollen is voor iedere toonsoort vastgelegd.

Nog weer verder naar rechts volgt de maatsoort - alleen aan het begin van de eerste balk en voor een maatsoortwisseling - waarmee wordt vastgelegd hoeveel tellen er in een maat zullen komen. Iedere maat wordt afgesloten door een maatstreep

Muzieknotatie.jpg

Het voorgaande stukje laat twee maten zien met ieder 4 kwartnoten. Er staan geen voortekens aangegeven zodat hier uiteindelijk de toonladder van C-groot te lezen valt: C D E F G A B c Muzieknotatie1.jpg

Als er wel voortekens staan zoals hierboven waar 7 kruisen iedere plek op de notenbalk met een halve toon verhoogd hebben, dan geven dezelfde reek noten de toonladder van Cis-groot aan: Cis Dis Eis Fis Gis Ais Bis cis Toonladder-ces1.jpg

Met zeven mollen staat er de toonladder van Ces-groot:

Ces Des Es Fes Ges As Bes ces

De nootbolletjes zijn geen echte cirkel maar een scheefgetrokken ellips. De nootstokken zijn zo lang dat de stok van de noot F (de vierde noot in het plaatje) precies tot de bovenste lijn van de notenbalk reikt.