Maatstreep

Een maatstreep geeft het einde van een maat aan. Na een maatstreep begint de telling van nootduur (rekening houdend met de actuele maatsoort) opnieuw. Een enkele maatstreep wordt weergegeven als een verticale lijn die alle notenlijnen omvat. De dikte van maatstrepen is groter of gelijk aan die van stokken.

• Een enkele maatstreep wordt gebruikt als scheider tussen twee maten; na een maatstreep begint de telling opnieuw.
• Een dubbele (dun-dun) maatstreep wordt gebruikt om het einde van een sectie aan te geven.
• Een eindmaatstreep (dun-dik) wordt gebruikt aan het einde van een compositie of deel daarvan
• Maatstrepen met dubbele punten geven herhalingen aan.

De witruimte na een maatstreep is afhankelijk van van de dichtheid van de noten op in de volgende maat. In het algemeen zal de witruimte na een maatstreep kleiner kunnen zijn als de noten korter zijn. Witruimte voor een maatstreep is voornamelijk een gevolg van de nootduur van de laatste noot voor de maatstreep