Sleutel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Een sleutel geeft de plaats van een referentienoot op een notenbalk aan; in principe kan daarmee zelfs iedere noot op een willekeurige plek op de notenbalk staan...
Achtereenvolgens staan hier
- F-sleutel (bassleutel) het bolletje van de krul geeft de plaats van de noot weer
- G-sleutel (vioolsleutel) de krul draait om de noot noot g heen
- C-sleutel (altsleutel/tenorsleutel) de punt in het midden wijst de noot C aan.
- slagwerksleutel geeft vooral aan dat er geen echte toonhoogte aanwezig is.
Afhankelijk van de gebruikte sleutel worden systematische (bij de toonsoort horende) kruisen en mollen verschillend genoteerd.
In combinatie met de sleutel wordt ook wel octavering gebruikt (een kleine 8 onder of boven de sleuel)